Voor de liefhebbers nog maar eens geplaatst Artikel 61a (bellen in de auto is anders als de porto of hand mic)

Artikel 61a
Het is degene die een motorvoertuig, bromfiets of gehandicaptenvoertuig bestuurt verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden.
Toelichting RVV artikel 61a
§ 2. Inhoud van de verbodsbepaling
Artikel 61a van het RVV 1990 richt zich tot degene die een motorvoertuig, gehandicaptenvoertuig of bromfiets bestuurt. Het verbod strekt zich niet mede uit tot fietsen omdat deze, gelet op hun geringe gewicht en de beperkte snelheid die ermee kan worden bereikt, aanzienlijk minder gevaar op de weg opleveren. Overigens blijft artikel 5 WVW 1994 hier ook van toepassing. Dat betekent dat indien een fietser door het gebruik van een mobiele telefoon gevaar of hinder op de weg veroorzaakt, hij een strafbaar feit pleegt en daarvoor kan worden veroordeeld. Bestuurders die vallen onder het begrip degene die een motorvoertuig bestuurt, zijn bijvoorbeeld automobilisten, vrachtwagen- en buschauffeurs en motorrijders.

Het gaat daarbij bovendien om degene die daadwerkelijk achter het stuur zit, de feitelijk bestuurder. Het verbod strekt zich dus niet uit tot de rij-instructeur die wordt geacht onder zijn onmiddellijk toezicht een motorvoertuig te doen besturen. Dit komt tot uitdrukking door het gebruik van het begrip «degene die een motorvoertuig bestuurt» in plaats van de term bestuurder. Onder het begrip bestuurder valt immers ingevolge artikel 1, onderdeel f, onder 2, RVV 1990 ook de rij-instructeur.

Het verbod beperkt zich voorts tot die gevallen waarin deze bestuurders rijdend deelnemen aan het verkeer. Wie het voertuig heeft geparkeerd of daarmee stilstaat mag dus wel handmatig gebruik maken van een mobiele telefoon.

In artikel 61a RVV 1990 wordt gesproken van het vasthouden van een mobiele telefoon en niet van telefoneren. Hiervoor zijn verschillende redenen te geven. Ten eerste wordt hiermee de afwijzing van het fysieke aspect van het handmatig telefoneren beter tot uitdrukking gebracht.

Onder vasthouden wordt verstaan het in de hand houden, het tussen oor en schouder geklemd houden etc.

Ten tweede kan bij de term telefoneren onduidelijkheid bestaan wanneer daarvan sprake is. Is dat op het moment dat de telefoon ter hand wordt genomen, een nummer wordt ingetoetst of bijvoorbeeld op het moment dat de verbinding tot stand komt.

Ten derde wordt met de term telefoneren de reikwijdte beperkt tot de overdracht van spraak. Door de gekozen formulering van artikel 61a RVV 1990 wordt tevens het verzenden of ontvangen en lezen van SMS-berichten of e-mailberichten of het internetten met een mobiele telefoon tijdens het rijden onder de verbodsbepaling gebracht. Ten vierde heeft het openbaar ministerie aangegeven dat een verbod op het telefoneren aanzienlijk moeilijker te handhaven is dan een verbod op het vasthouden van een mobiele telefoon. Immers steeds zal moeten worden vastgesteld dat ook daadwerkelijk werd getelefoneerd met het apparaat. Het is niet onaannemelijk dat de verdachte zich zal verweren met de mededeling dat hij weliswaar met een telefoon aan het oor zat, maar dat er geen verbinding was en dat hij dus niet daadwerkelijk aan het telefoneren was. Hoewel, zoals in paragraaf 3 wordt omschreven, in dergelijke gevallen de officier van justitie wel inlichtingen betreffende de telecommunicatie kan vorderen teneinde vast te stellen of ook daadwerkelijk gebruik is gemaakt van de mobiele telefoon, is een verbod op het vasthouden van dergelijke apparatuur aanzienlijk eenvoudiger te handhaven.

Onder mobiele telefoon wordt verstaan een apparaat dat bestemd is voor het gebruik van mobiele openbare telecommunicatiediensten.

Hieronder vallen niet de zogenoemde 27MC-bakkies en radio apparatuur van de radio amateur. Deze maken immers geen gebruik van het mobiele telecommunicatienetwerk. Ook apparaten die worden gebruikt ten behoeve van het gesloten netwerkverkeer, zoals mobilofoons van de politie, amateurs en taxichauffeurs, vallen hier niet onder.Ingevolge artikel 177, eerste lid, onderdeel d, van de WVW 1994 kan overtreding van artikel 61a RVV 1990 worden bestraft met hechtenis van ten hoogste 2 maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Bovenstaande toch nog maar eens geplaats. Let wel op, als meneer agent vindt dat u onveilig rijd door het gebruik van de porto dan zal hij alsnog een boete uitschrijven voor bijvoorbeeld gevaarlijk rijgedrag enz enz….

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s